Besides – Paradis – recensies
Hof Van Eede zet dankzij en samen met LOD een heel schone, verrassende stap in hun taal. De tere compositie van Smetryns dwingt hen tot een ontwapenende tederheid die ze nog niet eerder aanraakten. De muziek geeft hun taal een diepere gloed. Van den Eede staat sterker want brozer dan ooit op de scène, geflankeerd door die potige Van der Ven die per woord meer energie in het spel pompt. Energie die Van den Eede vervolgens terugkaatst met een koket komisch antwoord of een blik vol onthutsing. Wat een samenspel.
De vertellers komen, na veel genoeglijke woorden en muziek, uiteindelijk uit bij de kracht van de stilte, in de muziek, in de woordenstroom, in de zegging, de vertolking, in het spel, in het spelen van het spel. De stilte in de kunsten. En dan denk je aan ‘De stilte van het licht’ van wijlen Joost Zwagerman. Paradis is een productie die besproken en opgehemeld had kunnen worden door Zwagerman, een productie die perfect zou passen in de tentoonstelling Silence out Loud over de stilte in de kunst en over de kunst van de stilte.
En net uit die ironie bloeit het kleine wonder van deze voorstelling op. Uit alle gekissebis over kunst, muziek of fotografie ontstaat langzaam toch zoiets als poëzie. Hof van Eede prikt de rouw niet vast als een mooie dode vlinder, maar laat hem af en aan fladderen. Ongrijpbaar als de dood zelf.
Ook zelf is Paradis niet voor één gat te vangen. De voorstelling treft door niet te willen treffen, eert het heilige muziektheater door net die heiligheid onderuit te halen. Samen geeft dat een meesterproef in suggestiviteit. Metamuziektheater voelde zelden zo fijnbesnaard.