“Belgian Wave” at the Darmstadt Ferienkurse 2012

The Belgians were all over Darmstadt this year

“The Belgians are all over Darmstadt this year” wist een Poolse journaliste te vertellen bij aankomst in het ietwat vreemde Duitse stadje, even buiten Frankfurt.

“Darmstadt” is een begrip in de wereld van de nieuwe kunstmuziek. Sinds het einde van de jaren 1940 vinden er tweejaarlijks de Internationale Ferienkurse für neue Musik plaats, een zomerkamp voor (jonge) muzikanten, componisten en musicologen zeg maar, met prominente docenten van over de hele wereld. Na de Tweede Wereldoorlog vormde het zowat de bakermat van de avant-garde en in de volgende decennia passeerden er talloze grote namen. En ook vandaag schuimen journalisten en programmatoren de festivalconcerten af op zoek naar wat nieuw en interessant is.

Twee jaar geleden maakten de Vlamingen al furore in Darmstadt. Stefan Prins won – als eerste Belg – de felbegeerde Kranichsteiner Preis voor compositie. Bovendien kregen gitaristen Kobe Van Cauwenberghe en Matthias Koole, componist Tim Mariën en cellist Pieter Matthynssens Stipendienpreise. Dit jaar stonden er maar liefst vier Belgische ensembles op het programma: Zwerm, Nadar, Besides en Ictus.

Zwerm bracht samen met Shila Anaraki de nieuwe productie PARK, gebaseerd op Infiltrationen van Stefan Prins, die ook de live-electronics voor zijn rekening nam. De noisy muziek doet meteen denken aan Infiltrationen, de opstelling ook. Vier gitaristen staan achter een tafel vol met vreemde attributen, hun instrument plat liggend op tafels opgesteld aan de hoeken van het vierkantige podium, laptops opengeklapt. Zoals vrijwel steeds was de relatie tussen technologie, mens en maatschappij Prins’ inspiratiebron. Met de live gegenereerde partituur geven algoritmes “bevelen” aan de muzikanten, door toetsen in te drukken kunnen deze het verloop voor zichzelf en de anderen wijzigen, inbreken in het werk – een LAN-party op het podium. Plots bestijgen de gitaristen en componist het podium, ze acteren, dansen, vertellen, zingen en spelen aftelspelletjes – soms bespelen ze zelfs hun instrument. Het muzikale “spel over invloed van technologie” krijgt een theatrale component en wordt zelfs comedy. Het is natuurlijk niet zonder risico om zoiets op het – toch wel vrij serieuze – Darmstadt podium uit te proberen. Maar werken deed het, zo bewijze het minutenlange applaus.

Een dag later speelde Nadar ensemble, voor een groot videoscherm waarop bij het begin van het concert “Please, play loud!” te lezen stond – en dat deden ze dan ook. Het jonge ensemble speelde nieuwe werken van Alexander Schubert, Johannes Kreidler en Jorge Sanchez-Chiong, naast Piano Hero #1 van Stefan Prins. Vier componisten, dus, die niet meteen bekend staan voor lage volumes. Geen pauzes maar art-filmpjes van Norbert Pfaffenbichler, Martin Arnold en Nicolas Provost. Slapstick in overdrive, horror, onderkoelde humor à la Johannes Kreidler (een halfnaakte, klappertandmuziek makende componist op een besneeuwd Berlijns dak) en muziek met uitgesproken fysieke uitwerking – het concert denderde van begin naar einde. Een opmerkelijk moment was het fantastische Point Ones van Schubert (Alexander!) waarin “augmented conductor” Daan Janssens met Wii sensoren op beide armen de elektronica mocht bespelen – schitterende choreografieën! Na afloop bleek nog maar eens dat de meest geslaagde concerten in een avant-garde mekka zoals Darmstadt, die zijn met heftige voor- én tegenstanders.

Na een korte adempauze mocht Besides – voor het eerst te gast in Darmstadt – de avond afsluiten. Naast een wereldcreatie van de Poolse Jagoda Szmytka, stelden ze werk van twee van hun favoriete componisten voor, Larry Polansky en Matthew Schlomowitz (Avant Muzak en Letter Pieces). Het werk van Szmytka wist duidelijk te overtuigen, want het leverde haar een Förderstipendium van het Internationales Musikinstitut Darmstadt op.

Tot slot mochten de musici van Ictus een feestelijk punt zetten achter de editie 2012 met hun zinderende productie Liquid Room, voor de gelegenheid uitgebreid met een ‘carte blanche’ voor de bijzonder veelzijdige componiste Jennifer Walshe.